Jin bi hui huang

Wengs stijlvolle debuutfilm is gesitueerd in de Chinese zuidoostelijike kustprovincie Fujian waar, 25 jaar na het begin van het 'Open Deur'-beleid, alle facetten van het moderne China te vinden zijn. Veel mannen verdienen geld in het buitenland, terwijl de achtergebleven echtgenotes zich stierlijk vervelen in ruim opgezette nieuwbouwwijken. In de in neonlicht badende centra van de snelgroeiende steden tiert de internationale criminaliteit. De film bestaat uit twee elkaar deels overlappende verhalen. In het eerste, The Neon Knights, draait het om een tienerbende, aangevoerd door 'Roppongi' en 'Amerika' (de bijnamen verwijzen naar de verblijfplaats van hun vaders), die hun uitgaansleven en consumptiedrang in Fuqing financieren met het afpersen van vreemdgaande 'toelageweduwes'. Het wordt ingewikkeld wanneer ze Amerika's eigen moeder, gelovig christen en tegelijk handlanger van mensensmokkelaars, in het vizier krijgen. Het veel ingetogener deel twee, At Home at Sea, speelt zich af in het verarmde vissersplaatsje waar Dragon, een van de bendeleden, ondergedoken is. Terwijl de bende hem de zorg voor een koffer met inhoud heeft gegeven, probeert hij zijn familie te helpen en het land uit gesmokkeld te worden. (International Film Festival Rotterdam)